Murat Ersoy betreurt dat zijn werk als winkelstraatmanager van de Paul Krugerlaan erop zit. In de anderhalf jaar dat hij hier de handen uit de mouwen stak, is er in dé winkelstraat van de Haagse 'krachtwijk' Transvaal veel ten goede veranderd, maar er moet nog heel veel gebeuren. Of de ondernemers dat zonder coach en manager voor elkaar boksen vraagt hij zich af.
“Om een leegstaand pand weer betrokken te krijgen, nou daar heb je heel veel tijd en geduld voor nodig. Ondernemers die de hele dag in de winkel actief zijn hebben die tijd niet. En toch is het voor het aanzicht van de straat belangrijk dat er geen leegstand is. Soms kost het veel tijd om zelfs de eigenaar maar te vinden; vooral als die ook nog eens in het buitenland zit.” Bij een wandeling door de Paul Krugerlaan, hoofdwinkelstraat van Transvaal, wijst hij naar een hoekpand. “Dat was er bijvoorbeeld zo een. Nu zit er een modezaak en is het weer toonbaar.”
Het lijkt een opmerkelijke tegenstelling: net nu er overheidssteun komt voor Transvaal, omdat het een zogeheten ‘krachtwijk’ is, moet Murat Ersoy zijn biezen pakken. “Ik blijf in dienst van de gemeente, maar ik weet niet wat mijn functie per 1 maart zal worden.” Hij vreest voor de continuïteit in de begeleiding van de winkeliers. “Die kan nu een half jaar stil komen te liggen.”
De afgelopen twee jaar heeft Ersoy zich vooral gericht op betrokkenheid, activiteiten, leefbaarheid en veiligheid. De organisatiegraad van de winkeliers is opmerkelijk: 70 procent is lid van de winkeliers- vereniging. Daarbij zal de relatief lage contributie van 10 euro per maand ook wel een rol spelen. Contributies van 30 euro elders in de stad zijn geen uitzondering, maar in Paul Krugerlaan springt de gemeente bij.
Maar hoewel de straat bij allochtonen wijd en zijd bekend is en de Hindoestaanse winkel in bruidsmode klanten uit het hele land trekt, ‘smoelt’ de straat nog niet echt gastvrij. Bovendien blijken veel winkeliers niet altijd even ervaren. Wat klantvriendelijkheid in de winkel zelf betreft mogen winkeliers elders wel een puntje aan hen zuigen, maar wat de inrichting van hun winkel – en vooral de ‘uitdagendheid’ van hun etalage betreft – kan het nog veel beter: voorbijgangers zullen er niet snel spontaan voor stilhouden.
De winkelstraat- manager heeft bij zijn rondgang duidelijk plezier in zijn werk. Het feit dat hij van oorsprong Turks is, maar opgegroeid in Nederland, waar hij afstudeerde op bestuurskunde, speelt daarbij een belangrijke rol: beide talen spreekt hij vloeiend en hij wordt op straat vele malen herkend en door zijn landgenoten uitbundig begroet. Maar ook met de Hindoestaanse winkeliers is hij vertrouwd. Hij komt graag buurten bij de secretaris & vice voorzitter van de winkeliersvereniging, Ramon Lachmansingh, die de uitgebreide zaak in religieuze artikelen van zijn vader heeft overgenomen.
Ramon: “Toen mijn vader hier kwam in 1972 was deze straat nog helemaal ‘Nederlands’. Nu is het de straat met de grootste concentratie Hindoestanen van Nederland.” De artikelen die hij verkoopt, bestrijken bijna alle geloofsuitingen: van christelijk tot voodoo. Voor die laatste rituelen is zelfs een aparte hoek ingericht, waar opmerkelijke producten te koop staan. Alle drank daar is bijvoorbeeld niet voor consumptie, maar bedoeld om te offeren.
“Maar wij helpen alleen bij witte magie, niet bij zwarte.” Maar wat is het verschil dan? “Wel, witte magie bedrijf je ten bate van je zelf. Bij zwarte magie probeer je iets bij een ander te bereiken. En of dat nu gunstig of ongunstig is: dat gaat voor ons over de grens.”
Met de winkel van Lachmansingh als voorbeeld wijst Ersoy er op dat godsdienstverschillen in de straat eigenlijk geen rol spelen. “Dat aanscherpen van tegenstellingen slaat nergens op. Dat is echt zonde.” We gaan naar Baksi Fotostudio, om de voorzitter van de winkeliersvereniging Sabine Baksi te begroeten.
Zij is moslima. “Mogen we haar de hand schudden?” “Natuurlijk: dat moslims iemand van het andere geslacht geen hand mogen geven, is zwaar overdreven: je loopt hooguit een kans van één op de duizend dat je die tegen komt.” Hier in de Paul Krugerlaan overwint in elk geval het pragmatisme. Helaas, de voorzitster is er niet.
Het is guur, winderig en regenachtig weer – een schrille tegenstelling tot de exotische uitstraling om ons heen. De nieuwbouw aan de knik richting de Heemstraat heeft prachtige horeca, maar toont nu schraal. Zeker bij beter weer zou een fontein hier veel goed kunnen maken. In de wetenschap dat de gemeente dat na de strubbelingen met de fonteinen aan het Spui en de Vaillantlaan dat niet meer zo gauw zal aandurven laten we het plein achter ons.
Gemeentevoorlichtster Milja de Zwart beaamt dat het project ten einde loopt en het werk voor Murat Ersoy erop zit. “Het project wordt nog wel geëvalueerd en de buurt blijft nog alle aandacht krijgen. Maar de winkeliers moeten nu toch op eigen benen kunnen staan”, aldus De Zwart.
We onderhouden alweer drie jaar de website van de glossy ‘TegelTotaal’ over de tegelbranche, die we ook hebben ontworpen.https://t.co/bqqDjPYmnB pic.twitter.com/VqTJ7yRzrf
— De Multimediahoek (@Multimediahoek) January 6, 2021