Politierechter 16 december 1987

UTRECHT – De 20-jarige A.K. uit Utrecht werd op 23 september vorig jaar betrapt bij een poging tot inbraak bij een Leusdense juwelier. Hiervoor kreeg hij woensdag van de Utrechtse politierechter Mr. L. Bückmann een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden. K. verscheen niet op de zitting

woensdag 16 december 1987

UTRECHT – Twee Barnevelders moesten zich woensdag voor de Utrechtse politierechter verantwoorden wegens in hun woonplaats gepleegde misdrijven. De 21-jarige J.W. kreeg een alternatieve straf opgelegd van 150 uur dienstverlening. Tevens moet hij een man die hij heeft mishandeld 500 gulden smartegeld betalen. De 22-jarige J.V. had een autoradio van W. geheeld. Hiervoor kreeg hij een boete van 100 gulden. De eis was 250 gulden. V. zal zich op een latere zitting moeten verantwoorden wegens diefstal uit een plaatselijke supermarkt.

W. was al zes keer eerder met de politie in aanraking geweest wegens geweldpleging en vermogensdelicten. Hij had zich op 18 en 19 februari schuldig gemaakt aan twee autokraken. Op 14 maart brak hij in in de Christelijke Technische School aan de Wilhelminastraat, waar hij het geld dat hij zocht niet kon vinden. In de maanden april en juli bezocht hij regelmatig na sluitingstijd een supermarkt, waar hij met anderen - onder wie V. - grote hoeveelheden bier en sigaretten ontvreemdde.

De Barnevelder liep echter tegen de lamp, toen hij de sigaretten aan Arnhemse prostitueées probeerde te slijten. Tevens zou hij op 22 januari een man hebben mishandeld.
Het slachtoffer claimde op de zitting 1.041 gulden smartegeld. W. ontkende dat hij iemand die dag had mishandeld. “Ik weet er echt niets van. Ik begrijp niet hoe mensen mij herkend kunnen hebben”, verklaarde de verdachte. “Ik weet alleen dat er zat mensen zijn die een hekel aan me hebben.”

Officier van justitie Mr. J. van Hout hield de Barnevelder echter voor dat zowel het slachtoffer als getuigen die hem hadden herkend, onbekenden van hem waren. Zij en eiste drie maanden cel tegen hem. Hierbij liet zij meewegen dat de jongen, toen hij de misdrijven pleegde nog in de proeftijd liep van een eerder vonnis. De vordering van het smartegeld wees ze toe.

W.’s raadsman bracht naar voren dat deskundigen, die met zijn cliënt te maken hadden gehad, een detentie ”contrageïndiceerd‘ achten. Daarmee bedoelen zij dat de jongen, die al lange tijd onder behandeling is, een celstraf slecht zou kunnen verdragen. Daarom stelde de advocaat voor zijn cliënt, die nog steeds gesprekken heeft bj het RIAGG, een dienstverlening voor.
Hoewel de officier opmerkte dat diensverlening niet kan worden toegepast bij een ontkennende verdachte, die bovendien ook nog een strafblad heeft en zij dus tegen haar eigen richtlijnen in zou handelen als ze accoord zou gaan met een alternatieve straf, verzette zij zich uiteindelijk toch niet tegen het voorstel.
Politierechter Mr. Bückmann was het met haar eens. Wel verklaarde hij pas vonnis wijzen nadat er dienstverlening is verricht om beter te kunnen toezien hoe die is gelopen, inplaats van de alternatieve straf als speciale voorwaarde op te leggen bij een voorwaardelijke celstraf, wat gebruikelijk is. De vordering verlaagde hij tot 500 gulden, gezien het penibele inkomen van W.

UTRECHT – De 35-jarige H.F. uit Amersfoort is door de Utrechtse politierechter veroordeeld tot een boete van 200 gulden. Zij had op 18 maart in V&D en de HEMA een grote hoeveelheid kantoorartiklen achterovergedrukt. De vrouw voerde aan dat ze dit had gedaan doordat er bij haar thuis spanningen waren.
“Er waren problemen tussen mijn zoon en mijn man. Ik heb expres gestolen waar mijn zoon bij was om hen weer bij elkaar te krijgen,” aldus de vrouw. Zij verklaarde dat haar actie geholpen zo hebben. “Het is nu weer goed thuis”, aldus de verdachte. Politierechter Mr. L. Bückmann ging echter niet deze achtergronden in en oordeelde conform de eis van officier van justitie Mr. J. van Hout.

UTRECHT – De Utrechtse politierechter Mr. L. Bückmann heeft de 23-jarige Y.M. uit Amersfoort veroordeeld tot een celstraf van acht weken. Dit was ook tegen hem geëist. Op 17 november vorig jaar had hij ingebroken in de Society Shop in zijn woonplaats, waarbij hij een grote hoeveelheid kleding had meegenomen.
Tevens werd hij verdacht van een inbraak op 6 november dat jaar, waarbij hij zich over videoartikelen had ontfermd. Van dit misdrijf werd hij echter vrijgesproken. M. was niet op de zitting verschenen. Hoewel officier van justitie J. van Hout een lagere straf van drie weken had geëist, vond mr. Bückmann een hogere straf op zijn plaats gezien K.’s grote strafblad.

Terug