Politierechter dinsdagochtend 18 maart

UTRECHT – De Utrechtse politierechter Mr. P. van Schendel heeft de 23-jarige G.P. uit Zeist wegens mishandeling met een bierglas via snelrecht veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht weken. Deze straf had officier van justitie Mr. J. Spee ook geëist. “De Dorpsstraat in Zeist is een gevoelig gebied. De horeca heeft de problemen hier zelf ter hand genomen.

dinsdag 18 maart 1986

“Feiten als deze kunnen die goede ontwikkeling frustreren”, zo motiveerde de officier een van de redenen voor een snelle behandeling van de zaak. De jongen - die sinds 9 maart op het politiebureau in De Bilt verblijft - zal de opgelegde straf meteen moeten uitzitten.
P. had in de nacht van 8 op 9 maart in een café in de Zeister Dorpsstraat een 17-jarige jongen een bierglas in het gezicht geduwd nadat deze er wat van had gezegd dat P. zijn vriendin lastig was gevallen. Het slachtoffer liep daardoor drie forse snijwonden op.

P. verklaarde zich van het gebeurde niets meer te kunnen herinneren doordat hij onder invloed was. “Ik had erg veel op omdat ik ergens gratis kon drinken en anders drink ik eigenlijk nooit.” De verdachte was al eerder met justitie in aanraking geweest wegens uiteenlopende delicten. Hij was woonde pas kort in Zeist, omdat hij zijn vroegere woonplaats de rug had toegekeerd om niet meer met zijn verleden te worden geconfronteerd.

Zijn raadsman bepleitte vrijspraak, omdat hij de opzet tot pogen van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel niet bewezen achtte. In ieder geval pleitte hij voor alleen een voorwaardelijke gevangenisstraf “Mijn cliënt heeft er erg veel spijt van. Als hij zo lang vast zit kan hij zijn baan en woning kwijtraken. Dat geeft reden tot bezorgdheid”, aldus de advocaat.
Mr. Van Schendel achtte de opzet echter wel bewezen en kon geheel met de eis van de officier instemmen.

UTRECHT – “Toen ik naar het toilet wilde, hield de conducteur mij tegen om mijn kaartje te zien. Dat deed hij zo bot, dat ik mijn kaartje niet door hem wilde laten knippen. Gelijk daarop werd ik tegen de grond gewerkt. Ik heb dus niemand geslagen.”

Dat verklaarde de 25-jarige Amsterdammer E. van T. die op 5 maart vorig jaar was aangehouden na een vechtpartij tussen Ajax-supporters en de spoorwegbeambten in de trein naar een wedstrijd in Eindhoven ter hoogte vanUTRECHT. Drie beambten zouden daar hebben gezien dat Van T. herhaaldelijk vuistslagen zou hebben uitgedeeld.

“Die mensen kunnen hun baan verliezen als zij de waarheid niet spreken”, hield officier van justitie Mr. J. Miltenburg de jongen voor. Zij eiste vier weken cel, waarvan drie weken voorwaardelijk en als een bijzonder voorwaarde een wedstrijdverbod voor de eerstkomende tien uitwedstrijden van Ajax.
Van T. bleef er echter bij dat hij geen geweld had gebruikt. “Als zo”n man eenmaal is begonnen met onwaarheden te vertellen moet hij wel blijven liegen”, zo legde hij de verklaringen tegen hem uit. Zijn raadsman Mr. B. Swane wilde niet zover gaan. Hij hield het erop dat de spoorwegmensen de verschillende betrokkenen door elkaar zouden hebben gehaald.

Politierechter Mr. G. van Esch twijfelde echter niet aan de verklaringen van de beambten en legde de jongen een voorwaardelijke gevangenisstraf op van twee weken en een boete van 500 gulden. “Ik weet zeker dat ik niets heb gedaan. Nu moet ik wel in hoger beroep”, was Van T.’s reactie.
Twee andere verdachten in deze zaak waren op 10 december vorig jaar veroordeeld tot vier weken voorwaardelijke gevangenisstraf. een boete van 1.200 gulden en een wedstrijdverbod voor de eerstkomende tien bekerwedstrijden.

UTRECHT – Wegens diefstal en openlijke geweldpleging heeft politierechter Mr. G. van der Burg de 30-jarige utrechter J.D. veroordeeld tot twee weken voorwaardelijke gevangenisstraf en een boete van 300 gulden. Zijn 19-jarige plaatsgenoot J. van E. kreeg dezelfde straf maar van de boete is 200 gulden voorwaardelijk.

De zaak tegen de twee was op 7 januari aangehouden voor getuigenverhoor. Toen was tegen de 30-jarige J.D. een maand cel onvoorwaardelijk geëist en tegen de de 19-jarige J. van E. was een eis gevallen van 750 gulden boete en twee weken voorwaardelijke gevangenisstraf.
Tegen een derde verdachte - de 26-jarige K.D. - zal over twee weken schriftelijk vonnis worden gewezen. Zijn raadsman had dat gevraagd. Tegen hem was duizend gulden en twee weken voorwaardelijk geëist.
De drie waren op 26 februari vorig jaar betrapt op diefstal van auto-onderdelen van een sloopterrein aan de Kantonnaleweg. Hierbij was het tot een treffen gekomen met de beheerder en iemand die hem hulp bood. Door toedoen van K.D. en J. van E. waren van de auto van laatstgenoemde twee ruiten gesneuveld. J.D. had bovendien met een mes gedreigd.
Volgens de drie verdachten zouden zij met twee auto’s zijn belaagd, en zou hun wagen verschillende malen zijn geramd. De raadslieden van de verdachten vonden het van onbehoorlijk bestuur getuigen dat de beheerder en zijn ‘hulp” niet waren vervolgd. Mr. Van der Burg antwoordde hierop dat zij geen bevoegdheid had om zich over het sepotbeleid van het openbaar ministerie uit te laten.

Terug