Politierechter vrijdag 29 november

(Van een onzer verslaggevers)
UTRECHT - Omdat zijn alternatieve straf is gestrand, werd de 19-jarige J. de L. uit Zeist vrijdag door de Utrechtse politierechter veroordeeld tot twee weken onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

vrijdag 29 november 1985

Hij had zich in maart in zijn woonplaats aan diefstal en inbraak schuldig gemaakt. Op de plek waar hij een dienstverlening van tachtig uur zou verrichten had hij ruim drie maanden niets van zich laten horen.

Officier van justitie Mr. J. Kranenburg begreep niet dat De L., de zaak zo kon laten verslonzen, terwijl hij wist wat de risico’s waren. L.’s 21-jarige vriend F.H. had zijn 120 uur werken wel volbracht.

De 25-jarige utrechter M.R. krijgt respijt tot 31-januari om zijn alternatieve straf van 75 uur af te maken. Hij had in mei en juni vorig jaar inbraken gepleegd in een café aan de Hamburgerstraat en een winkelpand aan de Oudwijkersdwarsstraat. Hij was met de dienstverlening gestopt omdat hij op zijn werk harder nodig zou zijn geweest. Ook hier verweet de officier van jusititie dat de man een alternatieve straf niet serieus genoeg nam.

Van deze zitting komt misschien nog een zaakje! Vanmiddag is er echter een biegerzitting. Daar zal wel aanmerkelijk meer vanaf komen! P.S. Bert en ik ruilen om practische reden van zitting. Bert doet de pr, ik de mk (dit omdat Bert meer wil doen aan de zaak met de zigeuners om twee uur.

(Van een onzer verslaggevers)
UTRECHT - Wegens het doorverkopen van gestolen electrisch gereedschap en dopsleutels is de 21-jarige utrechter R.S. door de politierechter veroordeeld tot een week voorwaardelijke gevangenisstraf en 750 gulden boete. Vier mensen die die de spullen van hem afnamen kregen geldboetes van 100 tot 500 gulden.

Meervoudige kamer - vrijdagmiddag 29 november

(Van een onzer verslaggevers)
UTRECHT - Tegen vier zogeheten ‘meistakers” heeft de Utrechtse offcier van justitie Mr. Y. Kruyer geldboetes van duizend gulden geëist. De vier waren in mei niet op hun werk verschenen. Daar verichtten ze toen een vervangende dienst. Ze protesteerden tegen het feit dat ook zij als dienstweigeraars defensiebelasting moeten betalen.

“Een Nederlander betaalt per jaar ongeveer 950 aan belastinggeld voor defensie. Wij eisen dat die 10 procent van onze ingehouden loonbelasting gestort wordt in het Vredesfonds van de Beweging Weigering Defensiebelasting”, aldus een verklaring van een van de vier.

De staking had precies een maand geduurd, omdat het maandloon van een dienstweigeraar rond de 950 gulden bedraagt en had een landelijk karakter. Ook in andere plaatsen, zoals Alkmaar, stonden mensen voor dit feit terecht.@q “Er is geen recht gedaan aan hun bezwaren tegen het ongewild betalen van belasinggeld voor militiare doelen. Een staking is het enige middel om wel serieus genomen te worden.” Zo lichtte Leon Wecke, medewerker aan het Nijmeegse Studiecentrum voor Vredesvraagstukken de werkweigering op de zitting toe. Hij wees erop dat ook artsen en ‘zelfs” juristen overwegen om defensiebelasting te weigeren. De heer Wecke was als getuige-deskundige opgeroepen door de raadsman van de vier, Mr. J. Pen.

“Wij kunnen wel respect hebben voor de actie, maar deze mening kan geen grond zijn voor strafuitsluiting”, zei Mr. Kruyer in haar requisitoir. Ze wilde overigens niet spreken van een staking, maar van een werkonderbreking. “Een staking vindt plaats in een vast dienstverband en is een laatste middel”, aldus de officier.

De verdachten zeiden dat ze een boete in elk geval niet zouden betalen. “Dan liever de bajes in”, reageerde de 25-jarige utrechter F.B.. Hij was in mei te werk gesteld op het Landelijke Gereformeerde Raad voor Samenlevingsaangelegenheden in Leusden. De andere drie, de 23-jarige B.K. en de 29-jarige F.A. uit Utrecht, en de 31-jarge J.W. uit Nijmegen deden in mei vervangende dienst bij diverse kerkelijke vredesinstanties in Utrecht en Amersfoort. In de tijd dat ze daar niet verschenen hebben ze zich ingezet voor andere vredesactiviteiten.

Ik hoorde van Bert dat er ’s middags bij de politierechter weinig is gebeurd.

(Van een onzer verslaggevers)
UTRECHT - De Utrechtse rechtbank heeft vier dienstweigeraars die in mei 1984 hadden gestaakt om te bereiken dat de op hun loon ingehouden defensiebelasting in een vredesfonds gestort zou worden, veroordeeld tot boetes varieerend van 300 tot 500 gulden. De officier van justitie had tegen de dienstweigeraars boetes van duizend gulden geeist.

Volgens de voorzitter van de meervoudige strafkamer mr P.W. van Schendel was de staking een protest tegen de Nederlandse overheid. “U streefde met deze actie een verandering van het belastingstelsel na. Dat doel kan alleen bereikt worden via democratische weg. Aangezien die weg niet op uitputtende wijze is bewandeld, is er geen sprake van een schulduitsluitingsgrond”,zoals advokaat mr Pen had bepleit. “En is deze staking als protestmiddel onaanvaardbaar”, aldus mr Van Schendel.
Aangezien de rechtbank het doel van de vier dienstweigeraars wel respecteerde kwam ze tot lagere boetes dan de officier had geeist. De 25-jarige utrechter F.B. kreeg de laagste boete opgelegd, omdat hij al eerder diciplinair was gestraft met een boete van 200 gulden.

Terug