(Van een onzer verslaggevers)
UTRECHT - Wegens diefstal en heling van twee vuurwapens moesten drie jongens uit Utrecht zich verantwoorden bij politierechter Mr. G. van Esch. De 24-jarige H.H. en de 20-jarige S.M. die de wapens hadden gestolen kregen een alternatieve straf van honderd uur dienstverlening. De 23-jarige F. van der V. die de wapens van hun overnam en doorverkocht werd tot vijf maanden cel veroordeeld, waarvan twee maanden voorwaardelijk.
H. haalde op 1 september vorig jaar 17 girobetaalkaarten weg bij een gezin, waarvoor hij had geklust. Van hun woonboot had hij nog een sleutel. Later in de nacht kwam hij terug met M., die wel belangstelling had voor een karabijn en een revolver met bijbehorende munitie.
“U heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen dat die mensen in u hadden”, hield Mr. Van Esch H. voor. Hij verklaarde dat de mensen zijn excuses hebben aanvaard. De jongen moest zich op de zitting ook verantwoorden voor verduistering van vier videorecorders in juni vorig jaar. Hij drukte de apparaten achterover toen hij werkte bij Krebbers en Jaarsma. “Ik heb in die tijd op te grote voet geleefd en had geldproblemen”, was zijn verklaring. Ook M. zei uit geldnood te hebben gehandeld. “Ik heb teveel gegokt”, lichtte hij toe.
Van der V. bleek de wapens aan een onbekende te hebben doorverkocht. “Als de man zich niet bekend wilde maken, kun je er van verzekerd zijn dat het geen beste is”, was de reactie van de politierechter. De jongen heeft een lange reeks van strafbare feiten op zijn naam staan. Vanaf zijn twaalfde jaar verbleef hij regelmatig in verschillende inrichtingen. Daarom vond officier van justitie Mr. H. Bergkotte een alternatieve straf in zijn geval niet op zijn plaats. Hij eiste vier maanden cel. “Dit gedrag kan tot de allerergste rampen leiden”, was zijn commentaar. Op dit moment zit Van der V. een straf uit in jeugdgevangenis ‘De Corridor’ in Zeeland.
Zijn raadsman pleitte bij Mr. Van Esch voor een milder oordeel in de vorm van een alternatieve straf. “Nu moet hij nog langer vastzitten. Daar schieten we niets mee op”, aldus de advocaat. “Het is beter dat ik moet werken voor wat ik heb gedaan”, voegde de verdachte er zelf aan toe.
De officier bleef de feiten echter te ernstig vinden om een dienstverlening te accepteren.
(Van een onzer verslaggevers)
UTRECHT - “Ik ben absoluut geen crimineel. Ik vind het zo laag wat ik heb gedaan.” Dit zei de 28-jarige D.P. uit Soest over de tasjesroof die hij op 25 oktober had gepleegd. Hij moest zich hiervoor vrijdag verantwoorden bij de Utrechtse politierechter Mr. G. van Esch.
Hij rukte het tasje die dag in zijn woonplaats uit de handen van een oude dame. Op 14 december deed hij bij de kelderboxen van een flat opnieuw een poging. Maar nu verweerde het 73-jarige slachtoffer zich uiterst fel. Toen ze een duidelijk ‘donder op’ liet horen, blies de man de aftocht. Op 12 december stal hij bij het NS-station een fiets.
P. verklaarde op de zitting negen jaar heroïne te hebben gebruikt. Toen hij van school ging werd hij echter pas echt verslaafd. Van de eerste beroving was hij naar zijn zeggen zo geschrokken dat hij een afkickpoging deed bij een centrum aan de Rotterdamse Heemraadssingel. “Maar daar hield ik het niet vol. Driekwart van de leiding bestond uit Bagwan-mensen. Daar kon ik me echt niet in vinden.”
Nu is de Soester in dagbehandeling bij de Rode Brug in Utrecht. Daar gaat het naar zijn zeggen beter. Hij verklaarde al maanden niets meer te gebruiken.
“Op diefstal met geweld kan acht jaar staan. Dat u aan de heroïne bent gegaan is uw eigen keuze geweest. Het is bekend dat je er verslaafd van wordt.
Wij geloven er niet in dat mensen crimineel worden geboren. Er wordt geoordeeld naar wat de mensen hebben gedaan. Voor de slachtoffers maakt het niets uit wat voor iemand de dader is.” In die woorden reageerde officier van justitie H. Bergkotte op P.’s spijtbetuigingen. Hij eiste de hoogste straf die bij een politierechter mogelijk is: zes maanden cel.
P.’s advocaat vreesde dat een celstraf het afkickprogramma van de Rode Brug zou kunnen doorkruisen en pleitte voor een geheel voorwaardelijke straf met een lange proeftijd. Hij benadrukte dat zijn clïent beslist bereid was om alle schade - die 1.400 gulden bedroeg - te vergoeden.
Mr. Van Esch vond een zaak als tasjesroof echter te ernstig voor een voorwaardelijke gevangenisstraf. Ze veroordeelde hem tot vijf maanden cel, waarvan twee maanden voorwaardelijk. Ook moet de man de schade vergoeden.
We onderhouden alweer drie jaar de website van de glossy ‘TegelTotaal’ over de tegelbranche, die we ook hebben ontworpen.https://t.co/bqqDjPYmnB pic.twitter.com/VqTJ7yRzrf
— De Multimediahoek (@Multimediahoek) January 6, 2021