Politierechter vrijdagmorgen 15 november

(Van een onzer verslaggevers)
UTRECHT - De 20-jarige B.P. uit Maarssen is door de Utrechtse politierechter veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een half jaar. Dit is de hoogste straf die de politierechter kan geven. De man had zich de afgelopen tijd schuldig gemaakt aan 26 misdrijven.

vrijdag 15 november 1985

“Toen de feiten bleven binnendruppelen, had ik overwogen de zaak naar de meervoudige kamer door te verwijzen”, zei officier van justitie Mr. J. Kranenburg. Omdat ze de zaak echter niet wilde vertragen kwam B. toch voor de politierechter. Hij had zich schuldig gemaakt aan benzinediefstal uit auto’s, inbraak, brandstichting in een telefooncel, inbraak in een discotheek en inbraken in scholen. Zo werd de man op 24 februari betrapt bij een kraak in een kleuterschool in Overvecht. Diezelfde dag stal hij uit een woning aan de Soestdijkseweg in Bilthoven voor ruim 10.000 gulden aan sierraden. Die had B. met zijn broer en vriend - die ook hadden meegedaan - verkocht voor 250 gulden.
Mr. Kranenburg: “Die spullen gaan soms over van generatie op generatie en u verpatst ze even voor een habbekrats.”

Op 25 augustus sloeg hij in beschonken toestand zonder duidelijke aanleiding in Maarssen een voorbijganger tegen de vlakte. Die moest bewusteloos naar het ziekenhuis worden vervoerd. Ook schroomde B. er niet voor een winkelier met een behangafstripper te bedreigen, omdat die hem enige tijd tevoren op winkeldiefstal had betrapt. De officier betreurde dat het weer goed fout zat met de man. Dit terwijl er enige tijd geleden een heel positief reclasseringsrapport over hem was verschenen. Ze eiste een half jaar onvoorwaardelijk.

De man, die al vaker voor dergelijke zaken tot onvoorwaardelijke gevangenistraffen werd veroordeeld, zit op dit moment in Vught een straf van drie maanden uit wegens geweldpleging. De nu op te leggen straf zou hij aansluitend moeten uitzitten.

“Met zo’n lange straf is hij alleen maar verder van huis”, aldus B.’s raadsman. De advocaat pleitte voor aanhouding van de zaak om een nieuw rapport te laten opmaken.

Politierechter Mr. G. van der Burg liet zich echter niet vermurwen, al schorste ze de zaak wel korte tijd om over het vonnis na te kunnen denken.

(Van een onzer verslaggevers)
UTRECHT - “Ik heb alleen een vuist bij hem gehouden, maar zou het niet over mijn hart kunnen krijgen om hem iets te doen, want hij is stukken kleiner dan ik.”
Zo verweerde de 35-jarige Culemborger J. van H. zich vrijdag bij de Utrechtse politierechter. Hij zou op 14 oktober in zijn woonplaats een man P.M. de keel hebben dichtgeknepen en in het gezicht hebben geslagen.

Die had hem al enige malen bedreigd omdat hij ‘meer van hem zou weten’. Het slachtoffer zou door H.’s gedrag blauwe plekken hebben opgelopen. H. bestreed dit. “De jongen kan dat bij zichzelf hebben gedaan”, betoogde hij en wees erop dat dat zijn vermeende slachtoffer zich vaker merkwaardig gedroeg. Ook een getuige bevestigde dit op de zitting. Zo zou deze jongen met grote vaart tegen een muur zijn aangelopen, toen hij geen contact wist te leggen met een groepje mensen dat hij had ontmoet. Daar zou hij zich op uiterst grove wijze aan hebben opgedrongen.

Toen politierechter Mr. T. van der Burg de verhalen had aangehoord, zei ze dat ze niets anders kon doen dan de zaak aanhouden om P.M. opnieuw als getuige te horen. Hij was ook voor deze zitting uitgenodigd, maar was niet verschenen, waarschijnlijk omdat het bericht niet goed was geadresseerd.

Terug