Wilgstraat 61, 2565 MC  DEN HAAGtel. 070 - 7370111 • fax 084 - 8829521KvKnr 27178571

Haganumfestival herinnert aan BZZZTôH-theater jaren ’70

Totale schoolhappening komt opnieuw tot leven

In het scheikundelokaal experimenteren Marcel Ott en David Geysen van Toneelgroep De Appel met de interpretatie van Woyzeck uit het boek van  Büchner.
  • In het scheikundelokaal experimenteren Marcel Ott en David Geysen van Toneelgroep De Appel met de interpretatie van Woyzeck uit het boek van Büchner.

Foto: Eduard Bekker

DUINOORD - Het BZZTôh-theater uit de jaren ’70. Aan die formule doet het Haganum Festival denken, dat zaterdag 13 april in het Gymnasium Haganum aan de Laan van Meerdervoort voor het eerst werd gehouden.

Eduard Bekker • HaagWestNieuws - zaterdag 13 april 2002
  •  

Foto: Eduard Bekker

DOEN-evenementen, gepokt en gemazeld door de organisatie van KoninginneNach en Ha-Schi-Ba, heeft ook deze avond op touw gezet, bijgestaan door Fonds 1818 en het Casema Cultuur Fonds. Een interactief gebeuren stond hen voor ogen, waarbij de kracht van het woord centraal zou staan.

Diverse middelen zijn daartoe toegepast: acteurs, zangers, dichters en zelfs dj’s zijn die zaterdagavond in de diverse locaties van het neorenessancistische schoolgebouw ingeschakeld om via het woord boodschap en gevoel over te brengen.

Of ze daar in zijn geslaagd, zal het publiek moeten bepalen: een allesomvattend oordeel over de avond is moeilijk, omdat je maar op één plaats tegelijk kunt zijn, terwijl er overal van alles gebeurt.

Duister

Een publiek van zeer uiteenlopende leeftijd schuifelt door de vertrekken. Van scholieren tot vertegenwoordigers van de ‘Haagse scene’, zoals publiciteitsman Robert Jan Rueb en zijn broer Marnix - tekenaar van Haagse Harrie, onderwijswethouder Piere Heijnen, en vele oud-leerlingen die er 12 euro voor over hebben om hun oude school weer eens te zien.

De eerste verrassing doet zich links van de ingang voor, in het schemerige tekenlokaal. Antwoordapparaten staan hier in een kring in het gelid. Achter repen transparant plastic lijken zich doelloos enkele mensen op te houden. Het zijn de acteurs van ‘Noordvolk’, die hier een interactieve de performance ‘ME’ opvoeren.
Plotseling kijkt een meisje me vanachter het matte cellofaan recht in de ogen en begint een verwijtende monoloog. Het verband met de kakafonie van antwoord apparaat-teksten, die door de van ecolinelucht verzadigde ruimte schallen is niet duidelijk, maar mensen die modern theater gewend zijn, zullen daar minder moeite mee hebben.

Paul Waayers duikt al becommentariëerend  op in de spelonken bij het trappenhuis.
  • Paul Waayers duikt al becommentariëerend op in de spelonken bij het trappenhuis.

Foto: Eduard Bekker

‘Geluidsbellen’

Verderop het gymlokaal, deze avond als housevloer ingericht. Verlaten, maar alles behalve stil. Pas later zal het publiek zich op de dansvloer wagen. Deze ruimte is een van de ‘geluidsbellen’ met als doel ‘het publiek de kracht van en de liefde voor de taal te doen ontdekken en ervan te genieten’.
Jammergenoeg zijn sommige van deze ‘geluidsbellen’ zo overheersend, dat performances in aangrenzende ruimtes er door gehinderd worden. Dichteres Chitra Gajadrin, die in de aula in haar verstilde poëzie de verbondenheid met het Surinaamse moederland wil uitdrukken, geeft er in de aula snel de brui aan. ‘Hopelijk snel tot ziens in een andere ruimte’, zijn haar laatste woorden in de aula, hopende dat haar voordracht later op de avond in het biologielokaal beter op zijn plaats zal zijn.

Simon Vinkenoog heeft van de onrust minder hinder: zijn stemvolume is afdoende om alle aandacht te krijgen in de nu volgestroomde aula. Ook Digital Poetry weet de aandacht erbij te houden. De mollige dichteres ‘Wonder’ uit Amsterdam maakt van haar engelstalige gedicht over de consumptiemaatschappij een multimediaal gebeuren met roterende digitale melkpakken en supermarktkarretjes op het grote projectiescherm naast haar.

Het muzieklokaal onder de aula doet deze avond haar naam eer aan. Hoewel het een van de kleinste ruimtes is, is de toeloop hier het grootst. Het is vrijwel de enige plaats die een wat intiemere – en daardoor eigenlijk ook interactieve - band tussen artiest en publiek mogelijk maakt. De muziek is hier akoestisch, maar helaas wel versterkt, ondanks de kleine ruimte. De electronische hulpmiddelen zijn echter nodig om een tegenwicht te bieden tegen de geluidsstromen uit de bovengelegen aula en de centrale hal. Het trio Hugo, Thijs en Femke bijt hier de spits af met fraaie close-harmonie. In hun muziek klinkt de bewondering voor Neil Young door.

Remmelt, Muus en Femke, oftewel Hugo, Thijs en Femke in close harmonie.
  • Remmelt, Muus en Femke, oftewel Hugo, Thijs en Femke in close harmonie.

Foto: Eduard Bekker

 Tegen het eind van de avond wordt het leger in het muzieklokaal, wat overigens geen gelijke tred houdt met de kwaliteit. De laatste artiest is Philip Kroonenberg, die als ex-leerling voor het eerst in ongeveer dertig jaar deze ruimte weer betreedt. Zijn medescholieren bewonderden hem om zijn gitaarkunst, waarop hij in zijn schooltijd al uitblonk en zijn eigengereide houding: hij weigerde zijn haar te knippen en kwam door zijn haardracht wel eens in aanvaring met de schoolleiding.

Folkblues

Na zijn examen vertoonde hij zich er liever niet meer (“Ik had meer te verbergen dan te vertellen”). Velen zullen hem nu niet meer terugkennen: de zwijgzame, langharige geuilebrilde tokkelaar in spijkerbroek met bretels, die de wereld slechts voorbij zich zag trekken in een roes van lsd, heeft plaatst gemaakt voor een vlotgeklede en kortgetondeusde jonge vijftiger, die zijn verleden vol verslavingen heeft omgezet tot het beroep van psychotherapeut.
Zijn muziek heeft er echter niet onder geleden.
De folkblues van eigen compositie wordt gedragen door teksten van zijn ervaringen. Ervaringen die nu een positieve wending hebben genomen. Zijn gelukkige relatie met een presentatrice, die hij tijdens een radiointerview heeft leren kennen en zijn gevoelens, als hij zijn dochtertje ziet dansen, haar handjes vasthoudend aan de stereoinstallatie, omdat ze nog niet eens goed kan staan. Nog steeds klinken de flamenco-invloeden uit zijn begintijd door in sommige composities.

Het eerder genoemde BZZZTôH-theater, dat in de ‘Flower-Power’-jaren ’70 de middelbare scholen langs trok had een vrijwel zelfde formule als dit festival met als thema toneel, muziek, literatuur en discussie. En ook hier zaten de programmaonderdelen elkaar qua geluid nogal eens dwars, een verschijnsel dat later bekend zou worden als het ‘Melkweg-effect’, zo genoemd naar de soms wat choatische sfeer in dit Amsterdamse uitgaanscentrum. Het feit dat Philip Kroonenberg in dit BZZZTôH-theater ook al furore maakte (als duo ‘Philip en Sonny’, met fingerpicking gitarist Ton van Bergeyk), maakt de vergelijking met deze avond des te sterker.


/ Voor print en webontwerp / Portfolio en Curriculum / Huis aan huis in Den Haag West / Totale schoolhappening komt opnieuw tot leven


> Schrijf een beoordeling