Den Haag heeft weinig opgestoken
van werkbezoek aan Freiburg en Straatsburg
Goed voorbeeld buitenlandse ‘VCP-steden’ doet niet volgen
- De tram van Straatsburg is nog geen 15 jaar oud. Toch zie je in de binnenstad geen ondergrondse avonturen. Die zijn ook niet nodig, want de vele voetgangers en fietsers hinderen de doorstroming van het tramverkeer niet. De enige belemmerende factor - het autoverkeer - is wel uit de binnenstad verbannen.
Foto: Eduard Bekker
Een delegatie van het Haagse college en gemeenteraad bezocht eind vorig jaar Straatsburg en Freiburg om te kijken hoe men daar de binnensteden heeft ingericht na het invoeren van een verkeerscirculatieplan (VCP). Correspondent Eduard Bekker heeft deze zomer deze plaatsen als toerist bezocht en betreurt dat het college niet eerder was gegaan. Hij constateerde dat de steden een lichtend voorbeeld voor Den Haag hadden kunnen zijn, maar dat het tijdens het bezoek al te laat was.
Eduard Bekker • Haags Nieuwsblad - vrijdag 17 augustus 2007
Het bezoek aan Straatsburg en Freiburg als toerist is heel leerzaam, want de eerste indruk is vaak doorslaggevend. En die indruk is in beide steden heel positief. Straatsburg toont zich in het centrum heel authentiek met veel oude gebouwen. Freiburg lag - zoals menig Duitse stad - aan het eind van WO II volkomen aan gort.
Maar heeft haar binnenstad op zo’n wijze hersteld, dat je dit nauwelijks beseft: je komt er weinig storende hoogbouw tegen. De Freiburgse binnenstad ademt een buitengewoon ontspannen sfeer uit: het is ‘the place to be’ (wat alleen al valt af te leiden uit het grote aantal straatartiesten die amusement van een opvallende kwaliteit brengen).
Dat is in Den Haag wel anders: de binnenstad kwam vrijwel ongeschonden de oorlog door, maar een groot deel van de authentieke kern (vooral ten noorden van de Nieuwe Kerk tot aan Den Haag CS) is tegen de vlakte gegaan. En wat nog oud en origineel is, wordt omgeven door een groeiend woud aan horizonvervuilende hoogbouw. “Den Haag moet als metropool de uitstraling krijgen van New York, niet die van Delft”, zo lichtte een Haags gemeenteambtenaar dit beleid nader toe.
Verder lopen door vrijwel alle straten in het Freiburgse centrum beekjes. Heel charmant, terwijl Den Haag haar eigen beek geheel onder het plaveisel heeft weggewerkt.
Openbaar vervoer
Maar we laten we vooral kijken naar het openbaar vervoer. Daar valt zoveel over te zeggen, dat we ons slechts zullen beperken tot een staccato aan constateringen:
- In de eerste plaats heeft Den Haag de verkeersoplossingen van Freiburg en Straatsburg naast zich neergelegd: het breed gedragen alternatief van een verkeersring om een autovrije binnenstad, zoals in deze steden is toegepast, werd verworpen.
- Freiburg en Straatsburg hebben één centraal station. Wel zo practisch en natuurlijk veel betaalbaarder dan de twee Haagse hoofdstations (Den Haag CS en HS). Kansen om deze twee stations samen te voegen tot één op de plaats van Hollands Spoor hebben de beleidsmakers steeds laten liggen. Dan had de Utrechtse Baan nu direct aangesloten aan de Koningskade en was er geen sprake geweest van een gecompliceerde verkeersknik.
Lange trams
- De tramfrequentie in beide steden ligt veel hoger dan in Den Haag. Bovendien is een groot deel van het Straatsburgse tramassortiment anderhalf keer zo lang als de Randstadrailvoertuigen (47 meter!) en biedt dus meer capaciteit.
- En nog opmerkelijker: de lange trams blijken geen probleem, zoals in Den Haag steeds is gevreesd. Het reizen met het openbaar vervoer is uiterst aanlokkelijk: voor tien euro kan een gezin 24 uur lang de hele grensstreek verkennen: van Straatsburg tot diep in het Zwarte Woud, een bedrag waarvoor je best de auto wil laten staan. Voor dat bedrag kom je in Den Haag met een gezin en openbaar vervoer niet eens van de ene naar de andere kant van de stad!
- Onderweg hebben we een stuk gereden met de Murgtalbahn: een lightrailverbinding tussen Freudenstadt en Karlsruhe over een heuvelachtig voormalig spoortraject: lightrail zonder storingen: daar kan de randstad nog wat van leren!
Binnenstad autovrij
- Aanvankelijk had Straatsburg plannen voor een ondergrondse automatisch bestuurde metrolijn. Dit werd uiteindelijk een tramlijn met alleen een tunnel voor het Centraal Station. Het tunnelidee is al gauw verlaten. Minstens zo efficiënt bleek het uitbannen van de auto uit het centrum. Ondanks de betrekkelijk smalle straten brengt de tram er nauwelijks hinder: door het grote aantal geledingen, piepen de trams niet in de scherpe bochten en door het ontbreken van autoverkeer rijdt de tram bovengronds even snel als dat hij ondergronds zou hebben gereden. Behalve de kosten bespaart het reizigers veel gedoe met roltrappen.
- Opmerkelijk is het station van Freiburg: evenals Den Haag kent het een tram die de treinsporen oversteekt. Maar Freiburg heeft het goedkoop gehouden: geen dure dakconstructie, maar abri’s boven de perrons, wat ook behoorlijk wat energiekosten (verlichting!) bespaart. Dat geldt ook voor het tramviaduct, dat vanaf de perrons veel toegankelijker is: (rol)trappen vanaf de perrons voeren er direct heen. Het idee dat het levensgevaarlijk is een trambaan over te steken als die over een viaduct of ondergronds rijdt (zoals in Den Haag), heeft hier niet postgevat, zodat je gemakkelijk van het ene naar het andere perron kunt overstappen: gewoon door de rails over te steken.
- Qua inrichting van de hal kan Den Haag een puntje zuigen aan het station van Freiburg: overal tref je zonnige en gevarieerde terrasjes aan. De granieten vloeren zijn kraakhelder zonder noemenswaardige kauwgomsporen. Dit geeft het station een gastvrije indruk. En last but not least: overal tref je openbare toiletten aan. Zoniet in Den Haag. Daar is de gemeente fel tegen gekant, ‘omdat ze toch alleen maar zwervers en junks aantrekken’. Waarom kan het in Duitsland en Frankrijk dan wel?