Vandaag was een dag waarin de journalistiek centraal stond. Een ontmoeting met Geert-Jan Laan en Jim Postma, initiatiefnemers van Vandaag & Morgen – het dagblad dat zij graag in Rotterdam zouden willen oprichten. Het was nuttig om hun ervaringen te horen en hun visies op wat een goed dagblad moet bieden: Het Parool, de Gazet van Antwerpen en de website van britse The Guardian zijn lichtende voorbeelden. Verder is het ook goed om te horen wat voor stappen je al zo moet ondernemen.
In de avond een discussie van de sectie internet van de NVJ over ‘web2.0’-de dorpspomp van continue informatie-uitwisseling met terugkoppelin op internet door de vele weblogs en interactieve websites. De vraag was of beroepsjournalisten werkelijk nog nodig zijn.
Paul Molenaar, man achter Ilse Media - de online ontwikkelaar en verzamelaar van webpublicaties als Startpagina, Nu.nl, CU2, Weblog.nl en Kieskeurig.nl. raadde zijn dochters niet aan om dit vak te gaan studeren met het oog op de toekomst.
In de zaal werd daar door velen anders over gedacht: niet iedereen struint dagelijks het internet af op zoek naar al dat nieuws, waarvan de betrouwbaarheid nog niet eens vast staat. Al die privébeelden van de tsunami: ja, inderdaad nieuws en schokkend, maar cijfers over doden, daklozen en de gevolgen bijeenzoeken is toch heel iets anders.
Hoe komt het toch, dat we dagelijks de nieuwsfeeds afstruinen, maar toch elke dag in de krant verhalen lezen, die ik op die nieuwssites nog niet ben tegenkomen (ja, natuurlijk wel op de sites van de betreffende krant zelf, maar dat telt niet: bovendien lezen lange verhalen van een website niet echt ontspannen, zolang ik niet met een lcd-scherm zonder snoer op mijn rug op de bank of in de tuinstoel kan liggen.
Ook Miro Lucassen, ex-medeleerling van de School voor de Journalistiek in Utrecht, ex-collega van de Haagsche Courant, nu AD/UN-raadsverslaggever in Utrecht en tevens mede-Macbezitter, kwam ik ook tegen op deze avond. Heeft als lid van de redactiecommissie goede adviezen gegeven, toen 28 redacteuren (waaronder ondergetekende) in 1993 gedwongen moesten afvloeiien.
Hij had al van de plannen op deze site vernomen. “Keepon dreaming”, was zijn reactie. Hij geloofde absoluut niet in de haalbaarheid en dat is niet onbegrijpelijk:
Hij was van 1994-1996 hoofdredacteur van de jongerenkrant ‘Primeur’, een krant die het uiteindelijke niet ‘gehaald’ heeft. Het vinden van een balans tussen redactionele en commerciële uitgangspunten op een moeilijke lezersmarkt liep vast. Na twee jaar van zijn hoofdredacteurschap was het einde Primeur.
Het is natuurlijk begrijpelijk, dat je na een dergelijke teleurstellende ervaring niet snel een ander, die voor een minstens even moelijke uitdaging staat even een hart onder de riem steekt.
En laten we reeëel zijn: je kunt pas echt een dagblad van de grond tillen als je een reserve hebt om drie jaar lang te verschijnen, nodig om bewoners van je verspreidingsgebied vertrouwd te maken met de verschijning. Daarvoor komen we op dit moment nog ongeveer 7 miljoen euro te kort.
Maar wij dromen door! We hebben hoopvolle aanknopingspunten genoeg om de noodzaak om goede en onderhoudende nieuwsjournalstiek in gedrukte vorm concreet te kunnen maken.