Docenten kunnen niet aan vraag voldoen

Volksdansen voor kinderen zeldzaamheid in Den Haag

Leerlingen van de hogere groepen van de Montessorischolen aan de Cederstraat en Abeelstraat doen een Braziliaanse stokkendans, een slavendans, die uit Angola stamt.

Leerlingen van de hogere groepen van de Montessorischolen aan de Cederstraat en Abeelstraat doen een Braziliaanse stokkendans, een slavendans, die uit Angola stamt.

Oto’s: Eduard Bekker

BOMENBUURT – Volksmuziek voor kinderen is na een opleving in de 70-er jaren een vrijwel onbekend verschijnsel geworden. Toch zijn er nog twee scholen in de Bomenbuurt, waar op de woensdagmiddag nog volop wordt gevolksdansd.

Eduard Bekker • HaagWestNieuws - woensdag 24 april 2002

Dit dankzij de Stichting Jeugd en Muziek. Die draait goeddeels zonder subsidie, maar de ouders hebben er graag een bedrag voor over om hun kinderen plezier te zien maken op deunen, die vaak meer dan honderd jaren oud zijn.

De buitenstaander, die op woensdagmiddag de gymzaal van Montessorischool Valkenbos aan de Cederstraat binnenkomt, zal misschien denken, dat hier een oefening in rellenbestrijding wordt gehouden, zo fanatiek zwaait ‘dansjuf’ Annemieke van Wijk met een kleine knuppel in het rond, terwijl de kinderen uit de hogere groepen om haar heen springen. Het betreft echter een Braziliaanse stokkendans, die Angolese negerslaven uit Afrika daarheen hebben gebracht. Er is weinig voorstellingsvermogen voor nodig, om te concluderen dat dit wel eens de basis voor de Cha-cha-cha zou kunnen zijn. Op de laatste maten slaan de kinderen – merendeels meisjes – met hun houten knuppels op de vloer van de zaal. De kleine tijdsverschillen veroorzaken een opzwepend geratel.

Het is een van de vele manieren, waarop de kinderen van de Montessorischolen aan de Abeelstraat en Cederstraat zich kunnen uitleven tijdens dit volksdansuurtje.

Kinderliedjes

In schoolverband wordt in Den Haag verder weinig met volksdansmuziek gedaan. En dat terwijl er door de eeuwen heen generaties met deze muziek zijn groot geworden. Muziek die van vader op zoon, van oma op kleindochter werd doorgegeven. Wie kent er niet de vele kinderliedjes, waarin deze dansen al werden bijgebracht zoals ‘Twee Emmertjes Water Halen’ en ‘Hop Marianneke’?

Er wordt gedansd in twee ploegen. Eerst de jongere, dan de oudere kinderen. Annemieke – zelf aan de school verbonden als docente nederlands – maakt de leerlingen eerst vertrouwd met de bekende kinderdansjes, zoals de boom die almaar dikker wordt, doordat de kinderen dansen in een spiraal en steeds dichter tegen elkaar aan komen te staan.

Daan Ligthart begeleidt de baonopstekker op klarinet.

Daan Ligthart begeleidt de baonopstekker op klarinet.

Straatmuzikant

Dan wordt er stevig geoefend op bekende volksdansen, als de baonopstekker, die Daan Ligthart op zijn klarinet begeleidt. Maar er is meer live-begeleiding op deze laatste dansmiddag van het seizoen. Een in de buurt wonende straatmuzikant, die als een van de weinige Hagenaars de kunst van het trekharmonikaspelen beheerst, is speciaal aangerukt voor het begeleiden van de scottish, de polka en de Italiaanse tarantella, waarbij de hele gymzaal wordt bestreken. Kinderen – en soms ook de ouders – zwermen uit over de hele vloer, aangemoedigd door de strakke maatvoering uit zijn fraaie compacte houten kastje.
In tegenstelling tot de accordeon brengen de toetsen bij duwen en trekken verschillende tonen voort op zijn instrument. Het zorgt voor een sterke cadans, en zelfs de speelman kan zijn gelaat hierbij niet in de plooi houden.

De speelman, die hier een polka-galop begeleidt, kan zijn gelaat nauwelijks in de plooi houden.

De speelman, die hier een polka-galop begeleidt, kan zijn gelaat nauwelijks in de plooi houden.

Meisjes

Helaas is maar weinig basisscholen dit plezier gegund: in Den Haag zijn eenvoudig niet genoeg leraren om aan de vraag te voldoen, vertelt Martin Boelsma, coördinator van de Stichting Jeugd en Muziek. Alleen in Loosduinen en Voorburg zijn nog twee scholen, waar naschoolse volksdansles wordt gegeven. Een verzoek uit Leidschendam moest onlangs worden afgewezen.
Opmerkelijk is dat meisjes de overgrote meerderheid vormen bij het dansen. Martin Boelsma constateert dat dit vroeger anders lag: “Tot enkele jaren geleden, zonderden de jongens zich pas op tegen hun tiende af. Nu willen al op veel jongeren leeftijd niet meer met meisjes spelen.”
Op zich is dat jammer, evenals dat het jammer is, dat deze vrolijkmakende muziek, zo weinig aandacht krijgt in Den Haag: uit een onderzoek op een Berlijnse basischool is gebleken, dat in klassen waar veel muzieklessen worden gegeven minder agressie voorkomt. Bovendien wordt bij kinderen die een instrument bespelen een hoger i.q. gemeten. Zou dat met volksdansen niet anders zijn?

Terug